In de voetsporen van Paulus

Ter inleiding

Begin 2009 ging ik met emeritaat. Van de gemeente van Capelle aan den IJssel-Zuid/West kregen Lineke en ik toen als afscheidscadeau een DrieTour-reis aangeboden naar Griekenland 'in de voetsporen van Paulus'. We wilden die reis maken in september 2009, maar wegens te weinig deelnemers ging die reis toen niet door. De reis stond opnieuw in de catalogus van DrieTour in het voorjaar van 2010 - maar toen zaten wij in Zuid-Afrika. We wilden hem vervolgens boeken voor september 2010 - maar toen ging hij weer niet door. Toen hebben we geboekt op een reis naar Turkije, ook 'in de voetsporen van Paulus'. Het leek er nog even op dat ook deze reis gecanceld zou worden, maar uiteindelijk waren er net voldoende deelnemers om hem toch door te laten gaan. Van 22 september tot 6 oktober 2010 zijn we op reis geweest met een groep van in totaal 19 personen. Een prachtige reis, met veel uniek natuurschoon, indrukwekkende overblijfselen uit de tijd van de Bijbel en van de vervolgde kerk in Turkije, en met onze gedachten bij de apostel Paulus die in dit land veel heeft rondgezworven om het evangelie te verkondigen van Jezus van Nazaret die de Christus is, de beloofde Redder, Gods Zoon...

 

Per pedes apostolorum

'Je gaat maar per pedes apostolorum!'

Dat kregen we vroeger thuis wel eens te horen, als we geen zin hadden om lopend ergens heen te gaan: je gaat maar lopen! Dat was vroeger goed genoeg voor de apostelen - dan is het ook goed genoeg voor jou!

Daar moet ik aan denken, terwijl we twee weken lang door Turkije reizen, min of meer in de voetsporen van de apostel Paulus. Zou Paulus alles hebben gelopen op z'n zendingsreizen en verdere zwerftochten (ook door Arabië, Gal. 1: 17; en misschien op het laatst van z'n leven nog naar Spanje)? In elk geval heeft hij grote afstanden per schip afgelegd. Maar zou hij bij z'n tochten over land de beschikking hebben gehad over een kameel of over een ezeltje? We weten het niet. In elk geval waren de reizen voor hem toen heel wat minder comfortabel dan voor ons nu: in een luxe touringcar met airco... Wij vinden de afstanden die we afleggen al groot - wat moet het de apostel en z'n vrienden dan veel tijd en inspanning hebben gekost! Nog afgedacht van alles wat hem op z'n reizen is overkomen: 'Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden van schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en zonder kleren. En dan laat ik al het andere nog buiten beschouwing: de druk waaronder ik dagelijks sta vanwege mijn zorg voor de gemeenten.' (2 Kor. 11: 26-28)

De afstanden zijn groot: we zijn de eerste dag van onze reis een lange dag onderweg.                                                                               

Inchecken op Schiphol.                                                Met Pegasus Airlines                                                               

  

Flight-info aan boord                                                    Prachtige wolkenlucht onderweg

 

Eerst van Schiphol naar Istanboel, vervolgens met dezelfde Boeing 737, maar wel na het nodige zoeken en hollen op de luchthaven, door naar Adana. En dan nog eens twee en een half uur in de bus naar Antakya, het Antiochië, dicht bij de grens met Syrië, waar Paulus en Barnabas door de Geest geclaimd werden voor hun missie (Hand. 13: 2). Intussen maken we kennis met Mehmet, de chauffeur van onze bus, en Ibrahim, de lokale gids. Zij zullen ons de komende twee weken door een groot deel van Turkije brengen. Mehmet zal ons veilig brengen op alle plaatsen die we gaan aandoen. En Ibrahim zal een stortvloed van de meest uiteenlopende informatie over ons uitstorten, over Turkije in het algemeen en over elk van de 'bezichtigingswaardigheden' die we gaan zien.

 

Antakya -Antiochië

We hoeven vandaag, donderdag, niet vroeg op te staan. We mogen wat uitslapen, maar we zijn toch al vroeg wakker in hotel Buyuk Antakya.

 

Dick spreekt z'n verslag in op de dictafoon                De rivier de Asi achter ons hotel

Het is een prima hotel, midden in de stad, aan de rivier de Asi die dwars door de stad stroomt. De Orontes van vroeger (Antiochië werd ook wel genoemd 'Antiochië aan de Orontes', in onderscheid van Antiochië in Pisidië, waar we later op onze reis nog komen)? Antakya is een behoorlijk grote stad. Het is vroeger, als Antiochië, eeuwenlang een belangrijk centrum geweest voor de christelijke kerk. Door de felle vervolging van de leerlingen van Jezus in Jeruzalem door Paulus(!), zijn velen daar weggevlucht naar Fenicië en Cyprus, maar ook naar Antiochië, en ze gaven er het evangelie weer door aan anderen. Ze vonden er overal Joodse gemeenschappen. De verstrooiing van de Jeruzalemse gemeente had dus juist tot gevolg dat het goede nieuws van Jezus zich enorm verbreidde! (Hand. 11: 19)

Het bijzondere van Antiochië was, dat de verkondiging daar niet beperkt bleef tot de Joden. Onder de vluchtelingen waren ook gelovigen uit Cyprus en Cyrene, die het evangelie ook begonnen door te geven aan de niet-Joodse bevolking (Hand. 11: 20). Dat was niet helemaal nieuw, want in Hand. 10 wordt al verteld dat Petrus door de Heilige Geest naar een Romeinse centurio is gestuurd om hem de boodschap door te geven. Maar het bijzondere is wel, dat in Antiochië voor het eerst grote aantallen niet-Joden tot geloof zijn gekomen. Het maakt de gemeente ook bijzonder geschikt om als uitvalsbasis te dienen later voor de zendingsreizen van Paulus met z'n helpers. Antiochië is ook de stad waar de volgelingen van Jezus voor het eerst 'christenen' werden genoemd (Hand. 11: 26).

Antiochië is ook uit de algemene geschiedenis een bekende plaats. Alexander de Grote is in de buurt van deze stad gestorven. Er zijn geen concrete herinneringen aan Paulus te vinden. Wel brengen we een bezoek aan een kerkje, even buiten de stad, dat gewijd is aan Petrus! Aan Petrus nota bene, die hier juist van Paulus een flinke uitbrander heeft gekregen, omdat hij zich bang had laten maken door een stel fanatieke Joden-christenen uit Jeruzalem, die zich verzetten tegen het opnemen van gelovigen uit de heidenen in de kerk, zonder dat ze eerst tot het Jodendom waren over gegaan (Gal. 2: 11-14)! Antiochië is aan alle kanten omringd door steile heuvels. Tegen die heuvels aan ligt het Petrus-kerkje, vlak bij een oud beeld van Charon - in de Griekse mythologie de schipper van het veer over de doodsrivier. Het kerkje is eigenlijk een grot, waar later, in de tijd van de kruisvaarders, een gevel voor gebouwd is. Er zijn wat resten van mozaïeken te vinden. Er staat een beeld van Petrus en een altaar met het symbool van de Alpha en de Omega. Als kerk dateert het uit een periode dat de gelovigen onder de druk van vervolging leefden. In één van de hoeken is een opening, waardoor je in een soort schoorsteen kunt komen die een ontsnappingsroute naar buiten vormde bij gevaar.

 

Tussen de olijfbomen door...                                            ... naar de Petruskerk                                                       

Beeld van Petrus in de kerk                                              Restant van mozaïek                                                   

De toegang tot de ontsnappingstunnel                          Detail van het altaar met rozenkruis                

Vanaf de kerk hebben we een mooi uitzicht over een deel van de stad. Overal zie je boven de huizen de minaretten van de moskeeën naar boven prikken. Ibrahim, onze gids, vertelt ons dat het gebruik van de minaretten door de Islam is afgekeken van de christenen met hun kerktorens. Ibrahim weet trouwens over alle mogelijke onderwerpen veel interessante dingen te vertellen, zoals over de teelt van olijfbomen die je hier overal ziet. In de omgeving liggen de resten van dorpen die verlaten zijn. Er woonden vooral Griekse gezinnen, die in de eerste helft van de vorige eeuw in het kader van een etnische zuivering gedwongen zijn Turkije te verlaten, terwijl omgekeerd in Griekenland veel Turkse inwoners het veld moesten ruimen...

We rijden terug naar de stad om de luch te gebruiken. We maken in deze weken kennis met de Turkse keuken, die volgens Ibrahim naast de Franse en de Chinese het meest een heel eigen karakter heeft. Daarna brengen we een bezoek aan een oude moskee. De fontein waar men zich kan reinigen, dateert uit de middeleeuwen; de moskee zelf uit rond 1700.

 

De reinigingsfontein bij de moskee                                 Ibrahim geeft uitleg in de moskee                                  

Bij de fontein komt één van de buren ons een scheut eau de cologne aanbieden om ons te verfrissen. Dat is wel lekker, want het is erg warm. Deze eerste dagen van de reis, dicht bij de Turkse zuidkust, is het regelmatig boven de 30 graden! In de moskee heeft Ibrahim de gelegenheid om ons uitvoerig te informeren over het wezen van de Islam. Tegelijk maakt hij ons ook duidelijk dat de Islam in Turkije heel anders van aard is dan in de Arabische landen bijvoorbeeld: veel minder fanatiek en veel verdraagzamer. In wezen, zegt hij, gaat het in de Islam om de persoonlijke verhouding tussen jou en Allah. Hoe je dat invult - daar heeft verder niemand wat mee te maken.

Van de moskee wandelen we door de stad naar het Archeologisch museum van Antakya. Dat is vooral bekend en beroemd om z'n prachtige verzameling mozaïeken uit de 2e tot de 5e eeuw na Christus, en dan afkomstig uit Romeinse woonhuizen. Dus geen kerkelijke mozaïeken.

        

Archeologisch museum in Antakya                               Mozaïek van 'Sotèria': Redding                 

 

Schitterend mozaïekwerk                                               Dit is de vloer van een woning uit de 2e/5e eeuw

Het museum is zeer de moeite waard om te bezoeken. Er zijn schitterende afbeeldingen van bloemen en dieren, jachtpartijen en voorstellingen uit de Griekse mythologie. De manier waarop de gereconstrueerde mozaïeken worden gepresenteerd, is heel bijzonder. Het doet ons denken aan het museum voor Catalaanse kunst dat we in Barcelona hebben bezocht. Eén van de hoogtepunten is een afbeelding van 'Sotèria', een vrouwenfiguur die 'redding' voorstelt. Heel de stad hangt vol met posters waarop dit mozaïek wordt weergegeven. Het gaat hier alleen wel om een redding, die niets te maken heeft met de redding die Paulus hier predikte, door het offer van Christus aan het kruis...

Na het bezoek aan het museum hebben we wat tijd voor onszelf. Vanwege de warmte, en na de lange en vermoeiende reis van gisteren, is het heerlijk om een poosje rust te nemen in de airco op onze hotelkamer. Daarna gaan we nog een poosje de stad: de doolhof in van de bazar of de soek of hoe het hier ook mag heten. Het is er gezellig druk.

           

In de soek: specerijen en kruiden...                               ... en de bakker aan het werk

We zien er de bakkers bezig bij hun ovens, en een winkel met grote balen nog ongesponnen wol en katoen. We raken er verdwaald en moeten een paar keer de weg vragen naar de rivier om de weg terug te vinden naar ons hotel...

We maken 's avonds kennis met het Turkse diner. Voorlopig maar even wat voorzichtig zijn met de olijfolie die in alle gerechten gebruikt wordt! Elke dag, voor het diner, komen we als groep een half uurtje bij elkaar om de dag te evalueren en de plannen voor de volgende dag door te nemen. Dan is er ook gelegenheid voor een moment van bezinning, dankzegging en gebed.

'

Een kaart van het deel van Turkije waar we van Oost naar West door zijn getrokken

 

Seleucië

Vanmorgen, vrijdag, rijden we met de bus van Antiochië naar de kust. Eergisterenavond, op de rit van Adana naar Antakya, hebben we niets van het landschap en de omgeving kunnen zien, omdat het donker was. Nu zien we dat we door een bergachtig gebied rijden, door stadjes en dorpjes, die een wat rommelige aanblik bieden. Op de daken van bijna alle huizen zie je de vaten en panelen van een systeem waarmee men in Turkije tien maanden per jaar het huis van warm water kan voorzien. We komen uit bij de zee, op een heuvel met uitzicht op een kleine haven: Celvik. Hier is de havenplaats van Seleucië, de havenplaats waar Paulus met Barnabas en Johannes Marcus per schip hun eerste zendingsreis zijn begonnen: naar Cyprus (Hand. 13: 4).

            

Celvik - het vroegere Seleucië                                       Van hier vertrok Paulus voor z'n 1e zendingsreis                                                                                                                                                                                           

Al tweeduizend jaar geleden dreigde de haven van Seleucië dicht te slibben. Twee Romeinse keizers, Vespasianus en Titus, hebben er werk van gemaakt om daar iets tegen te doen. Ze lieten een smal en diep kanaal aanleggen en een tunnel uithakken om het water van de rivier sneller te laten stromen - een natuurlijke manier van baggeren... Titus heeft daarbij gebruik gemaakt van de dwangarbeid van Joodse slaven die de val van Jeruzalem in 70 na Chr. hadden overleefd. We maken een flinke wandeling door een landbouwgebied met allerlei interessante gewassen en vruchten, zoals granaatappels, mandarijnen, rode uien, en daphne - een gewas waarvan de bladeren en de vruchten gebruikt worden als een middel voor het onderhouden van je huid en je haren.

      

Granaatappel                                                         Daphne: de noot en de zeep en olie die ervan gemaakt wordt

De wandeling heeft als einddoel een oude Romeinse dodenstad. De oude stad, die op een hoogvlakte lag, is helemaal verdwenen, maar onder de grond is een begraafplaats uitgehakt waarvan een deel nog bewaard is gebleven. Hier kun je je een goede voorstelling maken van de dodenstad van grafspelonken bij Gadara, waar de twee bezetenen woonden die door Jezus werden genezen (Matt. 8: 28).

                

De dodenstad...                                                                 ... met veel soorten graven

We zien er wat 'shell'-schelpen als versiering in de bovenhoeken. Op de terugweg lopen we langs het oude kanaal, een diepe kloof. Via een heel oude Romeinse brug kun je het oversteken. En we zien de opening van de 'Titus-tunnel'.  Het is vandaag weer erg warm: boven de 30 graden.

             

De 'Titus-tunnel'                                                                Oude Romeinse brug over het kanaal                               

            

Grotwoning, uitgehakt in het nu droge kanaal            Een stukje van het kanaal                                                  

Na de luch brengen we nog een bezoek aan een waterval in de buurt van Antakya. De grote waterval kunnen we alleen vanuit de verte zien, maar de hele bergwand is overdekt met een stelsel van kleinere watervallen en stroompjes. De commercie heeft de natuur hier flink uitgebuit, want van al de stroompjes en poelen heeft een restaurant een uitgebreid terras gemaakt. Je kunt er bij of in het water zitten om er wat te gebruiken. Wel grappig om te zien, maar als attractie valt het ons wat tegen.

We zijn op tijd terug in het hotel. Heerlijk om weer wat bij te komen, te douchen en droge kleren aan te trekken...

 

Tarsus

Het is intussen zaterdag. We vertrekken vandaag uit Antiochië naar de plaats waar we de komende drie nachten zullen verblijven in Cilicië. We moeten een flinke afstand overbruggen, dus dat wordt een aantal uren in de bus zitten. Eerst de weg terug die we woensdagavond in het donker zijn gereden, naar Adana waar het vliegveld is. Een prachtige tocht, vaak door bergen, heuvels, met steile hellingen en een schitterend uitzicht over het dal waar Antiochië in ligt.

De dag begint trouwens heel spectaculair: tijdens het ontbijt breekt er een onweer uit, waarbij we de bliksemflitsen om ons heen naar beneden zien schieten. Onderweg zien we de bui langzaamaan wegtrekken. Ibrahim houdt ons onderweg bezig met allerlei informatie over het land waar we doorrijden: velden met katoen en heel veel olijfbomen, en een aantal splinternieuwe staalfabrieken. Van tijd tot tijd vangen een glimp op van de zee. De hele reis van vandaag gaat parallel aan de kust. Net even voorbij Adana slaan we van de tolweg af om een bezoek te brengen aan Tarsus. In het kader van de 'voetsporen van Paulus' een belangrijke plaats, want Tarsus is de geboorteplaats van Paulus.

Tarsus moet in die tijd een belangrijke stad zijn geweest. Paulus is niet alleen in deze stad geboren, maar hij heeft ook het burgerrecht van die stad gehad (Hand. 21: 39). Dat recht verkreeg men niet door geboorte, tenzij de ouders dat burgerrecht ook al hadden verworven. De ouders van Paulus, toen nog Saulus, hadden dus al een erkende positie in de stad. Heel opmerkelijk, want de Joden waren vaak uitgesloten van dergelijke voorrechten. Paulus heeft later een aantal keren zich op het Romeinse burgerrecht beroepen (Hand. 16: 37-38 en 22: 28).

Als we dichtbij de stad komen, rijden we langs een rivier waarin vrouwen bezig zijn de was te doen. We lunchen in een restaurant aan deze rivier, dicht bij een waterval. Een heerlijke plek. Jongens springen met veel bravour van de rotsen af in het water.

             

Wasplaats bij Tarsus                                                        Bij de waterval

Je kunt je voorstellen dat de jonge Paulus hier vaak gewandeld zal hebben met z'n ouders. In de stad zelf moet je zoeken naar overblijfselen uit die tijd. In het centrum van de stad rijden we langs een plek waar een deel van de oude hoofdstraat is blootgelegd, met de fundering van huizen en winkels daarlangs.

                     

                                                                   De oude hoofdstraat van Tarsus

We komen bij de plaats waar volgens de overlevering het huis heeft gestaan waarin Paulus is opgegroeid. Glazen platen zijn over de blootgelegde fundering gelegd. Er is een oude, 30 meter diepe, waterput, waarvan het water nog goed drinkbaar is. De locatie is vlakbij een straat met huizen in de Ottomaanse stijl.

              

                                                      De waterput bij het geboortehuis van Paulus

Er is hier, in tegenstelling tot Antiochië, wèl een Pauluskerk. Al in de vijfde eeuw is hier een kerk gebouwd, maar de kerk zoals hij er nu bij staat, is van veel later tijd: de 17e eeuw. De kerk is onder het Turkse bewind lang gesloten geweest, maar ter gelegenheid van het Paulusjaar in 1994 gerestaureerd. In de tuin liggen nog stenen en brokken van zuilen uit de Byzantijnse tijd. In de kerk zijn wat fresco's te zien van de evangelisten en engelen, een oog in een driehoek, symbool van Gods drieëenheid en almacht, en ook wat landschapsschilderingen op de rand van de gaanderij.

 

            

De tegenwoordige Pauluskerk in Tarsus - en een restant van een eerdere versie

We sluiten ons bezoek aan Tarsus af met nog een ander overblijfsel uit de Romeinse tijd: de Cleopatra-poort - een herinnering aan de ontmoeting tussen de Egyptische prinses Cleopatra en de Romeinse keizer Marcus Aurelius.

                   

De Cleopatrapoort in Tarsus                                           Onderweg in de bus

Dan rijden we verder over de kustweg naar het Zuid-Westen. We hoeven niet meer zo ver, dan komen we in de badplaats Kizkalesi bij ons hotel, pal aan een heerlijk strand, met de toepasselijke naam: Kilikya - Cilicië. In zee, op 200 meter uit de kust, ligt een eilandje met een oud kasteel. Een halve kilometer naar het Noorden ligt op het land ook de ruïne van een kasteel.

                                  

                      Kizkalesi: het kasteel van het meisje en het kasteel van de vader van het meisje

De vorst die daar vroeger woonde, heeft het kasteel op het eilandje laten bouwen voor z'n dochter (kiz = meisje, kalesi = kasteel). We gaan lekker even zwemmen. Het water is haast lauw. We dineren hier lekker buiten op het terras, en in het donker is het eilandkasteel prachtig verlicht!

             

Het ziet eruit als een sprookje                                       Dineren op het terras

De zondag is een heerlijke rustige dag. 's Morgens hebben we samenkomst waarin Tia, onze reisleidster, preekt over Paulus' (Saulus') roeping, onderweg naar Damascus. We hebben verder een prachtige stranddag. De temperatuur ligt boven de 30 graden. We hebben lekkere strandstoelen van het hotel en een spannend boek en we genieten van het uitzicht op de andere badgasten: Turkse vrouwen gaan dik aangekleed de zee in, vergezeld van hun ook compleet geklede echtgenoten...

               

Rustdag                                                                             Zo kan het ook

 

Naar de hel en de hemel

Maandagmorgen gaan we al op tijd op pad. We gaan een bezoek brengen aan de hel en de hemel: twee grotten in de omgeving van Silifke, nog een stukje verder naar het Zuid-Westen. De grot van de 'hel' is eigenlijk meer een diepe put met steile wanden. Je kunt er niet in en er valt ook niet zo veel aan te zien. Vlak daarnaast kunnen we wel afdalen naar de 'hemel': eerst via een lange gemetselde trap, daarna verder over een rotspad. Volgens de gids gaan we al met al zo'n 450 treden naar beneden door een mooi begroeid dal. Dan komen we bij een oud kerkje, een Maria-kapel, en daarachter gaat het pad verder naar beneden een brede grot in.

       

                                                              Maria-kapel bij de 'hemel'-grot     

   

Een blik in de 'hemel'                                                        Onze vriend de hop!

Het is wat glibberig. We zien er allerlei vogels, en we horen die vogels vooral prachtig zingen! Zou daar die plek z'n naam aan te danken hebben? Het is een hele klim om met z'n allen weer boven te komen. Maar daar is meteen een restaurantje waar we wat kunnen drinken. En daar zien we tot onze verrassing een prachtige hop, die ijverig bezig is om z'n voedsel uit te grond te pikken!

We rijden weer een stukje met de bus en komen bij een kerkje dat gewijd is aan 'Aya Tecla': de heilige Teckla. Ze is bekend uit het apocriefe boek 'De handelingen van Paulus en Teckla'. Teckla zou één van de eerste gelovigen uit Iconium zijn geweest. Tot bekering gekomen door de prediking van Paulus. Ze is een aantal keren op wonderlijke wijze ontsnapt aan de marteldood, en zou tenslotte in de buurt van Silifke terecht zijn gekomen. Het kerkje is ondergronds gebouwd in de grotten waar ze de laatste tijd van haar leven gewoond heeft. Op de grond erboven zijn de resten van een antieke stad, met wateropslagplaatsen en wat er over is van een grote poort.

      

In de ondergrondse kerk van Aya Tecla                       Boven de grond: resten van een stad

                    

                                                         Een oude cisterne (wateropslagplaats)

Als we dit bekeken hebben, rijden we naar Silifke en krijgen een uurtje de tijd om postzegels te kopen, rond te kijken in de leuke winkelstraten en wat te shoppen. Er zijn straten met bijna uitsluitend goud- en zilversmeedwerk. Maar ook echte 'winkels-van-sinkel' waar alles te koop is. Er lopen heel wat mensen rond in traditionele kleren: broeken waarvan het kruis bijna op de grond hangt...

Na de lunch zijn we verder vrij en genieten we nog even van het strand en de zee.

      

Winkel in Silifke                                                                 Is het geen mooie broek?


 

En nu: naar Capadocië

Het is dinsdag en we hebben een lange rit met de bus voor de boeg: pal naar het Noorden, van de kust naar de binnenlanden van Capadocië. We rijden eerst een eind terug langs de kustweg, tot dicht bij Tarsus. Op de heenweg zaten we allemaal vooral naar de kant van de zee te kijken. Nu zien we, dat aan de andere kant van de weg overal resten liggen van antieke steden. Ibrahim vertelt dat er in Turkije enkele duizenden plaatsen zijn waar opgravingen gedaan zouden kunnen worden naar steden uit de oudheid. Maar de investeringen in geld, tijd en deskundigheid zijn enorm hoog.

We rijden eerst door een heuvelachtig gebied. Later worden de bergen hoger en steiler. We steken het Taurusgebergte dwars door. Deels over een plinternieuwe snelweg, met wel veertig tunnels en viaducten. Daartussendoor hebben we telkens mooie uitzichten op het landschap. Na het gebergte komen we op de hoogvlakte waar Capadocië begint. Er wordt wat tarwe verbouwd, maar veel stelt de landbouw hier niet voor. De vlakten zien er behoorlijk verlaten uit. Ook dorpen waar we langs komen, lijken vaak verlaten. We zien ook weinig dieren. Af en toe een groepje koeien of een kudde geiten.

  

Onderweg naar Capadocië                                            Exotische vreemdelingen...

Bij de lunch krijgen we stoofpot van kip of lamsvlees, opgediend in leuke gebakken potjes. Daarna gaan we echt kennis maken met de heel bijzondere bezienswaardigheden van Capadocië. We maken een wandeling van een paar uur door de Soganli-vallei. Een dal van uitgesleten tufsteen, vaak in de vorm van puntmutsen, waar in de rotswanden honderden huizen en kerken zijn uitgehakt. Veel van de rotswoningen zijn nu gedeeltelijk dichtgemaakt. Ze worden nu vaak gebruikt als duiventil.

       

                                                   Rotswoningen en -kerken in de Soganli-vallei

De Romeinen hebben de ruimten in de rotsen in het begin uitgehakt als een necropolis om er de doden in te begraven. Later zijn ze door christenen benut om er te schuilen in tijden van vervolging, als woonplaats, als kerkjes, en ook voor hele kloostergemeenschappen. Twee van de kerken bezoeken we. De muren en plafonds zijn grotendeels bedekt met fresco's in fraaie kleuren. De afbeeldingen zijn wel erg aangetast door beschadigingen: mensen hebben hun namen er ingekrast. Vooral de ogen van de afgebeelde figuren hebben zwaar te lijden gehad. Ik las van iemand die zag dat jongelui met steentjes op de ogen van de heiligen zaten te mikken...

            

Mooie, maar beschadigde, fresco's                               Wandelend door de Soganli-vallei

Zou Paulus hier ook zijn geweest? In de Bijbel wordt er niet direct iets over gezegd. Maar na zijn bekering is Paulus vanuit Jeruzalem eerst teruggegaan naar Tarsus (Hand. 9: 30). Pas jaren later komt hij in de Bijbel weer echt in beeld. In de tussentijd heeft hij Arabië bezocht en Damascus (Gal. 1: 17). Hij heeft een brief geschreven aan de christenen  in Galatië, en meningen zijn verdeeld over de vraag waar die Galatische (Keltische) christenen woonden. Daar zou Capadocië ook onder hebben kunnen vallen. Maar ook als Paulus zelf niet in dit gebied geweest is - zijn evangelie is ook hier doorgedrongen en heeft ook hier mensen tot het geloof gebracht en tot de bereidheid om zo nodig voor Christus te lijden.

   

We rijden van de Soganli-vallei verder naar Avanos, de plaats van ons volgende hotel. Het landschap wordt nu weer heuvelachtiger. We rijden soms langs diepe ravijnen en dolomiet-achtige bergen. Van tijd tot tijd komen we weer van die puntmutsen-formaties tegen. De ondergrondse ruimtes worden ook wel gebruikt om er bijvoorbeeld citroenen in op te slaan. Ze blijven er langer goed dan bij andere opslagmethoden.

 

Göreme - openluchtmuseum

Ik kijk vanmorgen, woensdag, bij zonsopgang uit het raam van onze hotelkamer - boven de bergen stijgen tientallen heteluchtballonnen op! Het is een manier om de natuurwonderen van Capadocië te bekijken die blijkbaar door veel mensen wordt gebruikt. Intussen komt de zon boven de bergen uit en zorgt voor prachtige kleuren aan de hemel. We zijn in een heel bijzonder deel van Turkije! En we gaan er van dichtbij van genieten!

                  

                                                                     Beelden vanuit ons hotelraam

We gaan naar Göreme, een openluchtmuseum van de unieke grotwoningen in de tufsteen die vulkaanuitbarstingen in het verleden hier hebben afgezet. Bij Göreme is het erg druk. Grote groepen mensen zijn om negen uur al aan het binnenstromen. Bij veel van de kerkjes op het terrein staat een bord dat je er maximaal 5 minuten binnen mag blijven. Ze zijn maar klein, met een man of twintig staat zo'n kerkje al helemaal vol, en iedereen wil graag alles zien. Ibrahim weet zoals steeds ons ook hier veel te vertellen. De mensen die hier woonden, behoorden voor een deel tot een soort kloostergemeenschappen, met gemeenschappelijke eetzalen waar 50 mensen samen kunnen eten.

           

                                                           In het openluchtmuseum in Göreme 

             

   

                                                     Kloostergemeenschap: kerk en eetzaal

De tufsteen is zo zacht, dat je het met je vingers gemakkelijk kunt verpulveren. Om te voorkomen dat de puntmuts-huizen en kerken snel verdwenen zijn, zijn ze hier met een betonlaag verstevigd. De woningen die we hier aantreffen zijn niet uit de tijd van de Romeinen, maar zijn pas gemaakt door de christenen, die hier een schuilplaats zochten, in de 3e tot de 11e eeuw.

                 

                                                         Prachtige fresco's en kwetsbare kerken 

De kerkjes zijn ook hier van binnen versierd met fresco's. We bekijken de Appel-kerk en de kerk van Sint-Onoufrios: een vrouwelijke heilige die zo mooi was dat veel mannen haar graag als vrouw wilden hebben. Maar daar wilde ze niets van weten, en ze bad God om haar lelijk te maken. Ze wordt hier nu afgebeeld als een vrouw met een baard... In de kerk van de Pantocrator (Christus als de Heerser over de wereld) zijn diverse graven te vinden. We dwalen een tijdje rond in een heel onwerkelijke wereld.

                  

                                                          Op visite in een 'gatenkaas-woning' 

       

   

   

Van Göreme rijden we een klein eindje verder naar een stadje met een grote rotstoren, die eruitziet als een soort gatenkaas vanwege de vele woningen die erin zijn uitgegraven. Eén van die woningen is nog bewoond en volledig ingericht om de bezoekers te laten zien hoe tot voor kort hier nog veel mensen woonden: met tapijten aan de muren, electriciteit en stromend water. We hebben er met de hele groep thee gedronken. Het is wat vergelijkbaar met de manier waarop zo'm honderd jaar geleden in Nederland mensen woonden op het platteland.

's Middags staat op het programma een bezoek aan een tapijtweverij. We zien er de vrouwen aan het werk op de weefgetouwen, en we krijgen een uitleg en demonstratie over de tapijtweverij, met de bedoeling om handel te drijven. Interessanter is de wandeling die we daarna maken door een vallei die 'De wijngaard van de pasja' heet. Een dal met de meest fantastisch gevormde rotsen en steenfiguren: als paddestoelen, met een grote granietrots op de top. Ook hier bezoeken we weer een kerk, dit keer van een kluizenaar, waar je alleen met een wankel trapje in kunt komen.

                   

                                                                  In 'De wijngaard van de pasja'

   

We maken nog een wandeling door de vallei van Göreme, waar we een mengeling tegenkomen van 'puntmutshuizen' en modernere woningen. We brengen een bezoek aan pottenbakkerij, ook weer met een demonstratie en daarna gelegenheid om te shoppen.

                      

                                                                                            De kerk van de kleizenaar

                                                                  

                                                                 Fijn handwerk bij de pottenbakker

Voor degenen die dat willen is er vanavond een gelegenheid om een schoonheidsbehandeling te ondergaan in een hamam, een Turks badhuis. Wij vinden het wel goed en vermaken ons op een andere manier.

Het is vandaag een week geleden dat we uit Nederland vertrokken, maar we hebben het gevoel alsof we al veel langer onderweg zijn vanwege de vele nieuwe indrukken die we tot nu toe hebben opgedaan...

 

Wordt vervolgd op een nieuwe pagina: In de voetsporen van Paulus -2

'